Sinds 2021 ben ik als media-adviseur verbonden aan Namens de Familie. In deze rol sta ik slachtoffers, nabestaanden en achterblijvers bij in het contact met de media op ingrijpende momenten in hun leven.
Keer op keer is dat indrukwekkend en zinvol werk.

Laatst vroeg een vakgenoot mij welke communicatiestrategie ik hierbij inzet. Maar die ene aanpak is er niet. Iedere gebeurtenis en familie staat op zichzelf en vraagt wat anders.

Een rode draad is wel dat mensen graag iets van regie willen over wat er over hen en/of hun geliefden wordt gepubliceerd. Nu laat pers zich (logischerwijs) niet graag regisseren. Gelukkig is er vaak zorgvuldige aandacht voor slachtoffers en nabestaanden in de media. 

Deze zomer vroeg een regionale omroep mij voor een workshop tips te delen over hoe je het in verslaggeving ‘goed doet’ en wat belangrijke aspecten zijn om rekening mee te houden. Daarbij kwam ik op de volgende punten:

1. Overleg
Als slachtoffer, nabestaande of -bij vermissingen- achterblijver overkomt je iets verschrikkelijks en daarbij kom je ook nog eens in een mediastorm terecht. ‘Dat voelt naakt, je bent naast je geliefde ook alle intimiteit en privacy kwijt,’ zo omschreef een weduwe dit. Haar man kwam om het leven bij een noodlottig ongeval. De naam, woonplaats, werkgever van haar echtgenoot, alsmede foto’s werden in rap tempo gedeeld in berichtgeving. Ze snapte dat deze gebeurtenis in het nieuws kwam. Maar overleg over naam- en beeldgebruik had geholpen. Dan had ze hier een stem in gehad. Nu werd ze erdoor overspoeld, overvallen en durfde niet meer over straat.


2. Gebruik niet zomaar namen en foto’s

In Nederland worden daders in dit opzicht beter beschermd dan slachtoffers en nabestaanden. Van daders wordt -uitzonderingen daargelaten- alleen de voornaam met de eerste letter van de achternaam gebruikt en foto’s met een balkje voor de ogen. Bij slachtoffers, achterblijvers en nabestaanden ontbreken zulke strakke richtlijnen. Soms wordt dan gezegd: ‘degene is overleden, dus dan is de privacy niet meer in het geding’. Maar dat is een misvatting. Ja, vaak genoeg wil de familie dat de volledige naam wordt genoemd en een (door hen uitgekozen) foto wordt getoond, omdat dit erkenning geeft. Maar er zijn ook slachtoffers en nabestaanden die anoniem en in de luwte willen blijven. Dus ook hier geldt: overleg en ga niet klakkeloos om met naam- en beeldgebruik.


3. Blijf bij de feiten (i.p.v. een opgeklopt sensatieverhaal)
Een tragische gebeurtenis is een persoonlijke crisis en regelmatig wordt er op crisiswijze over bericht. Dat wil zeggen: alles is informatie en overal wordt informatie gezocht. De wijk in, praten met omstanders, buren. Speculaties en quotes worden nieuws. Soms ongefundeerd en onjuist. Zoals bij de dood van een vrouw waarbij de toedracht nog onderzocht moest worden, maar direct in de media het predicaat ‘femicide’ kreeg. Pijnlijk voor de familie bij wie meerdere scenario’s open lagen. Of de buurvrouw die een boekje open doet over het gezin, maar hen altijd voorbij liep en met wie geen contact was. Of de vrouw die zich voordeed als een goede vriendin van een overleden vrouw, terwijl zij al jarenlang gebrouilleerd was met haar. Blijf bij de feiten. Houd het liever kort en feitelijk in plaats van er een opgeklopt sensatieverhaal van te maken.


4. Privacy en herleidbaarheid
Het komt voor dat mensen anoniem willen blijven en het voor hen heel belangrijk is dat zij niet herleidbaar zijn voor het algemene publiek én mensen in de directe omgeving. Hier zit weleens spanning op in het contact met journalisten. Bijvoorbeeld als de plaats van het delict wordt genoemd en daarbij de straatnaam en het huisnummer in beeld komt. Of bij het noemen van de naam van klein dorp en de bijzondere gezinssamenstelling in berichtgeving over een kindermisbruikzaak. 1 en 1 is dan 3 voor mensen in de nabije omgeving voor wie de familie dit liever verborgen had gehouden.


5. Neem de tijd, open vragen en zorgvuldigheid
Interviews geven kan helpen in het verwerkingsproces. Vertellen over een dierbare die is ontvallen, hoe hij of zij was, wat de impact van het verlies nog steeds is. Soms willen mensen ook een boodschap kwijt. Zoals de jeugd bewust maken over messen meedragen. Of aangeven wat het verspreiden van misdaadbeelden doet bij de nabestaanden. Of mensen waarschuwen voor rode vlaggen die vaak voorafgaan aan femicide. In al dit soort gevallen helpt het als er tijd en ruimte is om het verhaal te delen. Journalisten geven weleens aan een half uur of uur extra uit te trekken. Het is waardevol als er met aandacht wordt geluisterd, open vragen de boventoon voeren en het verhaal kloppend is met hoe het gesprek was.


6. Vooraf meelezen en meekijken
Het helpt mensen als ze vooraf mogen meelezen met een stuk en fouten of dingen die niet goed zijn overgekomen, kunnen aangeven. Een journalist deelde weleens een screenshot van hoe het interview in de krant zou komen. Dat helpt, je bereidt mensen voor. Bij reportages en documentaires is het fijn als de betrokkenen vooraf de kans krijgen mee te kijken.


7. Kondig aan en betrek
Het kan zo zijn dat er jaren later door media wordt teruggeblikt op een gebeurtenis. Het is helpend als dergelijke publicaties worden aangekondigd zodat het de direct betrokkenen niet overvalt. Soms willen ze er ook een reactie op geven en er iets over kwijt. Het voelt als erkenning als er aan slachtoffers, achterblijvers en nabestaanden wordt gedacht en er ruimte is voor hun kant van het verhaal.


8. Stap in de schoenen (en handel ernaar)
Deze zomer hing de stad vol met billboards over een nieuwe tv-serie met in koeienletters: ‘geïnspireerd op de moord op Marianne Vaatstra’. Ook in reclamespots voor de serie was dit de promotieslogan. Terwijl de familie de totstandkoming van deze serie afschuwelijk vond. De regisseur gaf in interviews aan dat hij dit begreep en waarschijnlijk hetzelfde had gevonden als hij in deze situatie had gezeten. We zien helaas vaker dat er zonder nabestaanden te informeren of betrekken series of documentaires worden gemaakt en dat kan zeer pijnlijk zijn. Tegelijkertijd is ook onze ervaring dat dergelijke producties wél heel goed kunnen uitpakken, zoals de documentaire ‘In het hart van de zaak: Gino’ die vanaf december 2024 op NPO3 en NPO Start te zien zal zijn. De zussen van 9-jarige Gino, die in 2022 om het leven werd gebracht, werkten hieraan mee en tv-makers gingen daarbij zorgvuldig en met aandacht te werk.

Als media-adviseur de brugfunctie vervullen tussen slachtoffers en nabestaanden enerzijds en media anderzijds, is een grote drijfveer. Meer weten over Namens de Familie? Check dan de website of stuur me gerust een bericht.